20 juni 2023

Opinie-artikel

In het ‘(Concept) Standpunt Medisch-Specialistische Revalidatie (MSR): zorg zoals revalidatieartsen plegen te bieden’ van het Zorginstituut Nederland (ZIN) gaat hoofdstuk 5 over ‘Arbeidsrevalidatie in de MSR: wanneer te verzekeren zorg?’.1 Dit (concept) standpunt geeft handvatten voor inrichting van arbeidsgerichte revalidatie. In dit opinieartikel beschrijven we kort de relevante delen van het standpunt, alsmede ontwikkelingen in de wetenschap en de Nederlandse praktijk van het snijvlak tussen revalidatie en arbeid. *

auteurs
PROF. DR. M.F. (MICHIEL) RENEMAN
Hoogleraar revalidatiegeneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen, afdeling Revalidatiegeneeskunde, Centrum voor Revalidatie, Groningen/Haren

DR. F.A. (FRED) DE LAAT
Revalidatiearts Libra R&A, Eindhoven en Tilburg

DR. B. (BAS) SORGDRAGER
Klinisch arbeidsgeneeskundige, BV Beatrixoord, Haren

DRS. M.J.A. (MICHEL) EDELAAR
Programma manager, Stichting Vroege Interventie revalidatiezorg, Heliomare, Wijk aan Zee

DR. E.H. (ELLEN) ROELS
Revalidatiearts, Universitair Medisch Centrum Groningen, afdeling Revalidatiegeneeskunde, Centrum voor Revalidatie, Groningen/Haren

PROF. DR. C.A.M. (COEN) VAN BENNEKOM
Revalidatiearts, Heliomare, Wijk aan Zee; Bijzonder hoogleraar Revalidatie en Arbeid, Public & Occupational health, Amsterdam UMC, Amsterdam

Als we het standpunt van het ZIN toepassen, is het binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) gefinancierde MSR mogelijk om arbeidsgerichte revalidatie aan te bieden, maar niet arbeidsrevalidatie. Wij benoemen en beschouwen de door ons geobserveerde aandachts- en knelpunten, en beschrijven mogelijkheden voor samenwerking tussen ‘reguliere’ arbeidsgerichte MSR en de gespecialiseerde arbeidsrevalidatie om bij te dragen aan een optimale revalidatie voor alle revalidatiepatiënten.

ZIN

Naar ons idee zijn de kernpunten uit hoofdstuk 5 van het standpunt MSR 2023 van het ZIN:

‘Op de persoon gerichte revalidatie
valt onder verzekerde zorg maar niet
activiteiten gericht op de werkvloer
of directe re-integratie

Standpunt MSR 2023 en ontwikkelingen wetenschap

In systematische reviews over effectiviteit van arbeidsrevalidatie worden drie componenten benoemd: ‘op arbeid gerichte zorg’, ‘(tijdelijke) aanpassingen van het werk’, en ‘coördinatie’ tussen de voornoemde componenten. De effectiviteit van arbeidsrevalidatie gebaseerd op deze drie componenten is positief voor patiënten/werkenden met musculoskeletale aandoeningen2,3,4 en andere binnen de revalidatie bekende diagnosegroepen.5 De systematische reviews en position papers hanteren een brede definitie van arbeidsrevalidatie.6,7 De door het ZIN gehanteerde definitie past hier goed bij, maar het ZIN-standpunt MSR 2023 voor vergoeding binnen de Zvw is restrictiever voor de component werk. Wanneer we de component werk niet of beperkt kunnen meenemen in zorg gefinancierde arbeidsgerichte revalidatie, kan dat mogelijk leiden tot suboptimale effectiviteit.

Ontwikkelingen praktijk Vroege Interventie

Met betrekking tot de invulling van ‘arbeid’ binnen de revalidatiegeneeskunde nemen we grote praktijkvariatie waar.8 Sommige revalidatiecentra hebben ‘arbeid’ verder ontwikkeld, waarvan er zeven samenwerken in het netwerk ‘Vroege Interventie’ (VI).9 De VI-centra bieden arbeidsrevalidatie aan gebaseerd op alle drie componenten bekend uit de literatuur. Dit wordt gedaan voor MSR-diagnosegroepen ’pijn aan het bewegingsapparaat’ en ‘hersenletsel’, maar ook voor niet-MSR diagnosegroepen zoals ‘burn-out’ en ‘chronische vermoeidheid’. Daar waar een patiënt in aanmerking komt voor MSR, worden de componenten zorg en een deel van de coördinatie bij de zorgverzekeraar in rekening gebracht, en de component werk en een ander deel van de component coördinatie worden in rekening gebracht bij de werkgever of inkomensverzekeraar. Bij diagnosegroepen die niet voor MSR in aanmerking komen, wordt het gehele bedrag bij de werkgever of inkomensverzekeraar in rekening gebracht. Een werkgever heeft re-integratie-verantwoordelijkheden (inspanningsverplichting) die ook door het UWV getoetst worden.10

Bij enkele VI-centra is er een sterke integratie van professionals van het arbeidsrevalidatieteam met de ‘reguliere’ MSR-behandelteams. Dit betreffen vooral professionals met een variatie aan namen: adviseur arbeid, arbeidsconsulent of Return To Work (RTW)-coördinator. De inzet van een RTW-coördinator heeft aangetoonde meerwaarde voor werk-gerelateerde uitkomsten.11 Dergelijke professionals worden echter bij een beperkt aantal revalidatiecentra ingezet. Mogelijke barrière voor het ontwikkelen van een specialistisch arbeidsrevalidatieteam, inclusief RTW-coördinatoren, is dat dit niet financieel rendabel is wanneer het alleen voor de ‘reguliere’ MSR wordt ingezet en alleen uit de reguliere zorgfinanciering moet komen. Het is echter wel mogelijk om met aanvullende financiering een arbeidsrevalidatieteam met voldoende omvang, specialisatie en diensten te ontwikkelen. Dergelijke teams functioneren in enkele revalidatiecentra en worden gefinancierd uit de Zvw waar mogelijk, en aanvullend waar nodig. In een optimaal scenario zet dit team zijn kennis en kunde niet alleen in voor patiënten die specifiek voor arbeidsrevalidatie zijn verwezen, maar ook voor de patiënten van de ‘reguliere’ MSR. Op dit moment hebben niet alle Nederlandse revalidatiecentra een arbeidsrevalidatieteam, en waar dat wel het geval is, is de mate van integratie variabel.

‘Er is ruimte om ook binnen zorg
gefinancierde MSR aandacht aan
werk te besteden’

Daar waar (de kennis over) de effectiviteit van arbeidsgerichte revalidatie en arbeidsrevalidatie afwezig of onvoldoende is, dienen de hiaten te worden gevuld met nader onderzoek. Dat kan deels met routinematig verkregen data, zoals bijvoorbeeld de dataset van VI,12 waarmee met PROMS en PREMS al meerdere kennisvragen zijn beantwoord met waarde voor patiënten, clinici, managers, werkgevers, en maatschappij.13 Na tien jaar gebruik wordt thans een nieuwe versie ontwikkeld, met als doel deze beter te integreren in de individuele patiëntenzorg. Inhoudelijk en qua meetinstrumenten zal deze dataset aansluiten bij de aanbevelingen uit het adviesrapport ‘Uitkomstgerichte zorg’,14 met aanvullingen op het gebied van arbeid.

Voorstellen voor doorontwikkeling revalidatie en arbeid

Terminologie
Als we het standpunt MSR 2023 van het ZIN toepassen, is het binnen de Zvw gefinancierde MSR mogelijk om arbeidsgerichte revalidatie aan te bieden, maar niet arbeidsrevalidatie. Binnen de Zvw gefinancierde arbeidsgerichte revalidatie kan (arbeidsgerelateerde) diagnostiek, zorg en beperkt coördinatie plaatsvinden. Arbeidsgerichte revalidatie is daarmee passend bij het ZIN-advies, terwijl de evidentie voor effectiviteit gebaseerd is op een ruimere definitie en beter passend is bij arbeidsrevalidatie.

‘Samen met patiënt wordt besloten
wat de best passende vorm van
revalidatie is’

Samenwerking voor passende zorg binnen en tussen revalidatiecentra
Zowel arbeidsgerichte revalidatie als arbeidsrevalidatie kunnen voor een patiënt ‘passende zorg’ zijn; samen met de patiënt kan worden besloten wat het best passend zou zijn. Naast persoonsgebonden factoren en voorkeuren van de patiënt, zijn punten van aandacht de beschikbaarheid, bewezen effecten en financiering. Slechts een beperkt aantal revalidatiecentra bieden arbeidsrevalidatie, en daarom is dit niet altijd een realistische keuze, ook al zou er wel een indicatie voor zijn. Om dit ten dele op te lossen, zien wij mogelijkheden om regionale samenwerkingsverbanden te sluiten, waarbij (een deel van) de specialistische kennis en kunde vanuit centra met arbeidsrevalidatie ten dienste kunnen worden gesteld voor de arbeidsgerichte revalidatie in centra zonder arbeidsrevalidatie. In de praktijk kan dit betekenen dat de revalidatiearts, -team en patiënt, zo nodig na overleg met bedrijfsarts, samen kunnen beslissen over arbeidsgerichte revalidatie, arbeidsrevalidatie of een hybride vorm waarin teams samenwerken. Hoe samenwerking in de praktijk vormgegeven kan worden zal per centrum of regio kunnen verschillen. Hoewel wij ons realiseren dat dit verder ontwikkeld moet worden, is hiervoor reeds een opzet beschikbaar,15 waarbij rekening is gehouden met het standpunt MSR 2023 van het ZIN, de kennis uit de wetenschappelijke literatuur, en de ervaringen uit de praktijk van de arbeidsrevalidatie en de arbeidsgerichte revalidatie.

Grenzen en mogelijkheden

Hierboven hebben wij binnen de kaders van het ZIN, rekening houdend met ontwikkelingen in de wetenschap en Nederlandse praktijk, een beeld gegeven van samenwerkings- en financieringsmogelijkheden op het snijvlak van revalidatie en arbeid. Hiermee beogen wij bij te dragen aan goede zorg voor patiënten die (weer) duurzaam willen werken en daarvoor een beroep doen op de revalidatie.

* Dit artikel is gebaseerd op het concept standpunt van het ZIN d.d. juni 2022 in de verwachting dat er tekstueel en inhoudelijk geen wijzigingen in het definitieve standpunt zijn opgenomen rondom arbeidsrevalidatie. De verwachting is dat bij het verschijnen van het artikel het standpunt definitief is vastgesteld.

Referenties

  1. Zorginstituut Nederland. CONCEPT Standpunt Medisch-Specialistische Revalidatie: zorg zoals revalidatieartsen plegen te bieden. geraadpleegd op 23 juni 2022.
  2. Cullen KL, Irvin E, Collie A, et al. Effectiveness of workplace interventions in return-to-work for musculoskeletal, pain-related and mental health conditions: an update of the evidence and messages for practitioners. Journal of occupational rehabilitation. 2018;28(1):1-15.
  3. Beemster TT, van Bennekom CAM, van Velzen JM, Frings-Dresen MHW, Reneman MF.  Vocational rehabilitation with or without work module for patients with chronic musculoskeletal pain and sick leave from work: longitudinal impact on work participation. Journal of occupational rehabilitation. 2021;31(1):72-83.
  4. Reneman MF, Beemster TT, Welling SJ, Mierau JO, Dijk HH. Vocational rehabilitation for patients with chronic musculoskeletal pain with or without a work module: an economic evaluation. Journal of occupational rehabilitation. 2021;31(1):84-91.
  5. Verhoef JAC, Bal MI, Roelofs PDDM, Borghouts JAJ, Roebroeck ME, Miedema HS. Effectiveness and characteristics of interventions to improve work participation in adults with chronic physical conditions: a systematic review. Disability and rehabilitation. 2020;Jul 20:1-16.
  6. Escorpizo R, Reneman MF, Ekholm J, Fritz J, Krupa T, Marnetoft SU, et al. A conceptual definition of vocational rehabilitation based on the ICF: building a shared global model. J Occup Rehabil 2011;21(2):126-133
  7. Selander J, Marnetoft SU. Case management in vocational rehabilitation: A case study with promising results. Work 24 (2005) 297-304.
  8. Bennekom C van, Reneman MF. Arbeidsrevalidatie, terug van (nooit) weggeweest? NTvR, 2015(6),254-256.
  9. https://vroegeinterventie.nl/
  10. Richtlijn Chronisch Zieken en Werk. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum (AMC) 2016.
  11. Dol M, Varatharajan S, Neiterman E, et al. Systematic Review of the Impact on Return to Work of Return-to-Work Coordinators. Journal of Occupational Rehabilitation. 2021;31(4):675-698.
  12. Reneman MF, Beemster TT, Edelaar MJA, van Velzen JM, van Bennekom CAM, Escorpizo R. Towards an ICF- and IMMPACT-based pain vocational rehabilitation core set in the Netherlands. Journal of occupational rehabilitation. 2013;23(4):576-584.
  13. Reneman MF, Beemster TT, Welling SJ, Mierau JO, Dijk HH. Vocational rehabilitation for patients with chronic musculoskeletal pain with or without a work module: an economic evaluation. Journal of occupational rehabilitation. 2021;31(1):84-91.
  14. Adviesrapport set Generieke PRO(M)s. Programma Uitkomstgerichte Zorg Lijn 1 ‘Meer inzicht in uitkomsten’ Werkgroep Generieke PROMs 13 januari 2022.
  15. Bennekom CAM van, Miedema H, Vermeulen K, Velde D van der, Reneman M. Arbeidsgerichte revalidatie binnen de medisch specialistische revalidatie. In: Geertzen JHB, Rietman JS, Vanderstraeten GG, Berduszek RJ, Oostra K, Fard B. Revalidatie voor Volwassenen. 2e, herziene druk. Koninklijke Van Gorkum, Assen, 2022. 645-656.

Gerelateerde artikelen NTR

Transitie naar volwassenheid

Interventies om zelfmanagement en arbeidsparticipatie van jongvolwassenen te ondersteunen Proefschrift-artikel In de transitie naar volwassenheid ervaren jongvolwassenen met chronische lichamelijke…

Revalidatiearts aan zet voor passende zorg

Opinie-artikel Met het Integraal Zorgakkoord slaan zorgpartijen de handen ineen om de problemen in de zorg aan te pakken. Met…

Samenwerking tussen universiteiten en revalidatiecentra bij wetenschappelijk onderzoek. Hebben ze elkaar nodig?

Interview met prof. dr. Sander Geurts en dr. Jan-Willem Meijer Hoe kunnen de revalidatiecentra en universiteiten samenwerken bij het doen…

Integraal Zorgakkoord: kansen voor de revalidatiesector

Opinie-artikel Nederland vergrijst, de vraag naar zorg neemt toe. Tegelijkertijd zijn de grenzen bereikt van wat aan zorg geboden kan…

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

’Ik gun elke jongere een plek middenin de maatschappij’

Rachel Zalmijn is kinderrevalidatiearts en werkt op de jongerenpoli van Reade. Reade is sinds juni 2022 member van Emma at…

‘Kijk vooral naar wat je wél kunt’

Rick Brink, sinds juni minister van Gehandicaptenzaken, komt op voor jong en oud met een beperking. Onlangs bezocht hij de…

‘Het is een soort YouTube, maar dan voor de zorg’

Om beeldgegevens van patiënten gegarandeerd veilig te kunnen hanteren en opslaan heeft De Hoogstraat arQive ingezet, een digitaal archief dat…

‘Dat ene plan is echt belangrijk’

Veranderde wetgeving en bezuinigingen, onder andere op het speciaal onderwijs binnen nieuw gecreëerde samenwerkingsverbanden van scholen, kunnen de zorgvuldig opgebouwde…