‘Mangomomenten’ zijn de momenten dat een hulpverlener naar een cliënt toe een klein, persoonlijk gebaar maakt waarvan de uitwerking groot kan zijn. De cliënt voelt zich gehoord en gezien: hij is geen nummer maar een individu. Dit kan de behandeling ten goede komen, door een sterkere band met de behandelaar en meer zelfvertrouwen van de patiënt in zijn nieuwe omstandigheden.

De term komt uit België. Daar was in een tv-documentaire een amputatie-patiënte te zien die verlangde naar het levenseinde. De verslaggeefster vroeg geschrokken of zij haar toch ergens een plezier mee kon doen. Met een mango, antwoordde de patiënte. De journaliste bracht haar die de volgende dag; de zieke vrouw genoot zichtbaar.

Het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid (LIGB), onderdeel van KU Leuven, analyseert nu het effect van honderden ‘Mangomomenten’. Professor Kris Vanhaecht, verbonden aan het LIGB, zegt op de website: ‘We willen in kaart brengen hoe professionele en vrijwillige zorgverleners zonder grote middelen de kwaliteit van de zorg enorm kunnen verbeteren. [..] In de opleiding van zorgverstrekkers en in hun dagelijkse praktijk gaat veel aandacht naar regels, procedures en protocollen. Het is niet slecht om daarnaast de positieve impact van kleine, menselijke attenties te benadrukken.’

‘Ineens stond er een tafeltennistafel’

Remco Dings (47) werd anderhalf jaar geleden getroffen door een beroerte (Cerebro Vasculair Accident, CVA). Van de eerste week in het ziekenhuis herinnert hij zich niets. De periode erna was taai voor hem op de revalidatieafdeling van Klimmendaal op locatie Sutfene in Zutphen. Maar er kwam een positieve verrassing door een Mangomoment.

Revalideren is voor CVA-patiënten maatwerk, omdat de gevolgen zo uiteen kunnen lopen. Van zichtbare gevolgen zoals halfzijdige verlamming tot onzichtbare gevolgen zoals vermoeidheid en cognitieve problemen. Remco kreeg een op zijn problemen gerichte therapie. Remco: ‘Toch vond ik het moeilijk gemotiveerd te blijven om te blijven oefenen. Dat besprak ik met mijn behandelaarster Esther. Ik houd erg van badminton, tennis. Groot was de verrassing toen er bij mijn eerstvolgende therapie ineens een tafeltennistafel klaarstond. Dat moment zal ik nooit vergeten. Ik voelde me door dit gebaar weer gezien als persoon en niet als diagnose.’

Bewegingsagoog en psychomotorisch therapeut Esther Petter, vertelt: ‘Toen ik Remco in behandeling kreeg merkte ik dat hij nogal zoekende was. Als vader en werkende man, en met een nieuwe lichamelijke situatie. Als therapeut kijk ik naar de psychisch-motorische situatie, naar wat dat doet met je voelen en denken, en hoe je hiermee het beste kunt leren omgaan. Ik kijk ook naar wat er nog wél kan. Heel belangrijk, want in de acute eerste fase zijn mensen meestal vooral gericht op wat er niet meer kan. Met de tafeltennis wilde ik hem weer iets positiefs laten ervaren. Eerst tastte hij af, toen merkte hij dat hij het balletje over het net kreeg. Ik zag dat het hem veel deed.’

Remco: ‘Toen ik, voor mijn CVA, nog werkte als projectmanager zocht ik voor klanten altijd naar de wow-factor. De tafeltennistafel was voor mij een wow-factor. Het was ook geweldig dat mijn kinderen eens konden meedoen. Esther bedacht daar een oefening voor. Er werd gezien wat we nodig hadden.’

Vanuit het behandelteam was die tafeltennistafel overigens niet alleen toeval, zegt Esther. ‘We zoeken in het revalidatiecentrum met een heel team naar mogelijkheden, die aansluiten bij de hulpvraag van een cliënt en het herstel, en uiteindelijk de levenskwaliteit, ten goede komen. Wat ik zelf aan therapie vormgaf heeft Remco als een Mangomoment ervaren. Ik hoop dat ik veel van dit soort goede momenten aan mensen mag geven. Het oefenen wordt er als positiever door ervaren. De patiënt voelt zich beter en meer zichzelf.’