30 november 2015

Hebt u ook een standpunt dat u kwijt wilt? Mail met rm@revalidatie.nl.


In 2006 mocht ik samen met Sjoerd Vegter hoofdredacteur worden van een grondig opgeknapt Revalidatie Magazine. Nu, tien jaar later, verschijnt het laatste fysieke nummer; in het vervolg is het blad volledig digitaal. In die tien jaar is er veel veranderd in en om de revalidatiesector, bijvoorbeeld als het gaat om de financiering. De vertrouwde budgetfinanciering is vervangen door een vorm van prestatiebekostiging. Deze omslag heeft plaatsgevonden in het kader van een door de overheid gewenste marktwerking in de zorg.
Bijna tien jaar later de balans opmakend, zien we dat het zorglandschap volledig is veranderd.

Revalidatieartsen worden door hun directies min of meer gedwongen om kostendekkend hun programma’s aan te bieden. De tarieven van de zorgmodules zijn zo uitgeknepen dat artsen in een ethische spagaat terechtkomen: laat ik de financiën bepalen welke zorg ik aanbied, of kies ik voor de inhoud en veroorzaak daarmee het risico dat mijn revalidatie-instelling verlies lijdt? Want daadwerkelijk zijn er zorginstellingen die financiële zorgen hebben. Recent werd bekend dat dit zelfs geldt voor één op de vijf ziekenhuizen. In relatief korte tijd is de stabiliteit van de zorgsector in gevaar gekomen.

Het is duidelijk dat de zorg op termijn niet betaalbaar is als de groei van de afgelopen jaren doorzet. Die boodschap is inmiddels wel geland. Dat is een positief effect van de verandering: zorgprofessionals zijn zich ervan bewust dat niet alles kan en dat er doelmatig gewerkt moet worden. Maar de gedachte dat marktwerking vanzelf zou leiden tot een goede balans tussen kwaliteit en doelmatigheid is niet juist gebleken.

Deels komt dit doordat er in het systeem perverse prikkels zitten. Zo kan een revalidatiearts besluiten de behandeling van een patiënt 42 dagen stop te zetten, om daarna weer een nieuwe DBC te kunnen openen. Ook kan door het voorschrijven van extra inzet de DBC in een hoger mandje uitkomen. Soms scheelt een paar uur extra inzet meer dan 10.000 euro.
Het streven naar marktwerking leidde nog tot een ander probleem: een toename van bureaucratie. De informatie- en controleafdelingen van revalidatiecentra zijn de afgelopen jaren circa 60 procent gegroeid. Er wordt zo uitgebreid getoetst omdat de financiering van de zorg zo complex is geworden dat zelfs accountants er geen garantie op kunnen afgeven. Bovendien hecht elke zorgverzekeraar ook sterk aan eigen controle. Ze vragen bijvoorbeeld gegevens op over indicatoren en inzet van personeel, en vullen daarmee eigen databestanden. Daarnaast vraagt de samenleving – terecht – ook om kwalitatieve toetsing, zoals HKZ-certificering of de kwaliteitsvisitatie van de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen. Soms lijkt het erop dat de ene helft van Nederland de andere helft controleert. De kosten van al deze controle worden niet gecompenseerd in de tarieven.
Er ís geen marktwerking in de zorg en er kómt geen marktwerking in de zorg, is mijn stellige overtuiging. Marktwerking en dokters gaan niet samen. Maar als het streven toch blijft bestaan, maak dan als overheid ook gebruik van marketingachtige principes. Luister naar de klant, te weten de patiënt, en heb vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgprofessionals om met de beschikbare middelen de beste zorgkwaliteit te willen realiseren voor zoveel mogelijk patiënten. Verminder de controledwang en de verantwoordingsdruk; bij de huisartsen is het ook gelukt om de bureaucratie met 85 procent te verminderen. Hiermee wordt héél veel geld bespaard, dat besteed kan worden aan de patiëntenzorg en aan innovatie van die zorg. De revalidatiesector wil zich graag blijven ontwikkelen, zoals ook Revalidatie Magazine dat doet.
Maar daar moet de sector dan wél de ruimte voor krijgen.

Frans van den Broek d’Obrenan, bestuurder Rijnlands Revalidatie Centrum


Gerelateerde blogs