31 augustus 2016

Fysiotherapeut Rogier Broeksteeg

Rogier Broeksteeg, fysiotherapeut bij Rijndam Revalidatie, is blij met de focus op voeding in het boek van Annemarie Postma. Hij was zelf in 2012 co-auteur auteur van Hoe blijf je fit met een dwarslaesie, een naslagwerk dat nog steeds verkrijgbaar is, ook via Dwarslaesie Organisatie Nederland. Dit boek wijst eveneens op de fysiologische gevolgen van een zittend bestaan, en de voortvloeiende gezond heidsrisico’s, met het voedings- en activiteitenpatroon als pijlers. ‘Maar specifiek aandacht voor voeding is terecht en goed.Voorbeeldgerechten en adviezen voor mensen die noodgedwongen een meer sedentaire leefstijl hebben dan de lopende populatie, zijn een toegevoegde waarde.’

Verandering

‘Annemarie Postma heeft gelijk als ze zegt dat het binnen de revalidatie met de voedingsaanpak nog niet altijd is wat het moet zijn,’ zegt de fysiotherapeut. ‘Maar er is wel degelijk stapsgewijs verandering gaande, de bewustwording groeit. Eerst lag de focus bijvoorbeeld op het tegengaan van ondergewicht van mensen die net een dwarslaesie hebben. Maar hun gewicht stijgt daarna vaak, zeventig procent wordt te zwaar. Dus nu richten we ons meer op preventie van overgewicht, ook door gezonde voeding.’

Goed meten

Naar de juiste voedingssamenstelling is het nog zoeken, zegt Broeksteeg. ‘Wel is in beeld dat mensen met een dwarslaesie 15 tot 27 procent minder energie verbruiken en dus minder calorieën nodig hebben.’ Hij beveelt dringend aan de veranderende lichaamssamenstelling – verhouding spier- en vetmassa – goed te meten, want er is niet één standaard aanpak voor iedereen. ‘De apparatuur voor die meting is duur, maar noodzakelijk. Want een patiënt met bijvoorbeeld spasmen, of met een bepaald medicijngebruik, kan een andere hoeveelheid calorieën nodig hebben. Ook is nog niet alles bekend over bijvoor beeld de benodigde hoeveelheid extra eiwitten bij tegengaan van decubitus. De revalidatie heeft meer wetenschappelijk bewijs nodig over het effect van bepaalde voedingsstoffen op het zittend bestaan.’ Zijn revalidatiecentrum hanteert als voedingsbasis de vernieuwde schijf-van vijf-richtlijn Gezonde Voeding van de Gezondheidsraad, omdat dat op dit moment de officiële richtlijn is. ‘Maar we staan altijd open voor nieuwe inzichten. We willen als organisatie blijven leren, en we willen onze revalidanten ook op dit vlak zo goed mogelijk begeleiden.’

Totaalaanpak

Rijndam wil gezondere voeding aanbieden tijdens de revalidatie, en ziet dit als onderdeel van een totaalaanpak. ‘Waarbij ook coaching van groot belang is. Mensen hebben begeleiding nodig bij het veranderen van hun leefstijl. Actiever bewe gen in een rolstoel, anders eten, dat doe je niet zomaar even.’ Het revalidatiecentrum houdt nu een pilot met coaching, die onder meer bestaat uit een fitheidtest, bewegingsadvies en standaard betrokkenheid van een diëtist. ‘Coaching is zeker een half jaar nodig. Dit kan daarna bijvoorbeeld worden aangevuld met maandelijkse vervolgafspraken, of e-health.’ Samen met het ErasmusMC en het Centrum Gezond Gewicht heeft Rijndam voorts kennis gebundeld in een revalidatiemodule over gezonde leefstijl. Die is binnenkort rond. Broeksteeg denkt aan daaraan gekoppelde cursussen en studiedagen, die dan net zoals de module ook aangeboden zouden kunnen worden aan collegarevalidatiecentra. ‘Iedereen zoekt nog naar nadere invulling van het voedingsthema, en brede samenwerking zou goed zijn. Binnen de revalidatie zijn we hiermee nog in een beginstadium.’

Lees hier het bijbehorende artikel ‘Wie veel zit moet anders eten’.


Gerelateerde blogs