Revalidatie vraagt van verpleegkundigen specialistische kennis. Voor het eerst is er in Amsterdam nu specialisatie mogelijk binnen het mbo. Ook wordt een vervolgopleiding tot revalidatieverpleegkundige ontwikkeld. ‘Weten wat iemand nodig heeft om tot maximaal resultaat te komen, daar gaat het om.’

‘In de revalidatie zijn verpleegkundigen medebehandelaar in het interdisciplinaire team’, vertelt Brenda Fibicher, operationeel manager verpleging neurorevalidatie bij Reade. ‘Verpleegkundigen maken opgenomen revalidanten dag en nacht mee, en zijn onmisbaar voor optimale revalidatie. Ze zijn 24 uur aanwezig én weten hoe ze revalidanten kunnen stimuleren om tijdens hun dagelijkse bezigheden verder te werken aan hun behandeldoelen.’

Onderbelicht

Binnen de verpleegkundeopleidingen is de revalidatie zeer onderbelicht, zegt Fibicher. ‘Het is voor leerling-verpleegkundigen moeilijker om zonder die specifieke kennis revalidanten te begeleiden, dus moet je als revalidatie-instelling zelf kennis gaan overdragen.’ Daarom nam Reade met andere organisaties het initiatief tot de nieuwe opleiding, de vakschool ROCTOP. ‘Het mooie van deze vakschool is dat studenten meteen al veel leren over revalidatie. Ze volgen een leer-werktraject van 2,5 jaar en werken in die tijd dus ook in de praktijk. Ofwel in het revalidatiecentrum, ofwel in een vervolginstelling. Collega-studenten zien dus van elkaar hoe het er elders in de zorgketen aan toegaat. We zijn ervan overtuigd dat dit de kwaliteit van zorg in de keten ten goede komt.’

Hersenletsel

De vakschool richt zich op revalidatie in het algemeen, en op de verschillende revalidantengroepen. Speciale aandacht is er voor de zorg – ook ná de revalidatie – bij niet-aangeboren hersenletsel. Hersenletsel na een beroerte komt veel voor en kan ingrijpende, vaak onzichtbare gevolgen hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om problemen met onthouden, concentreren, gedrag of het verwerken van prikkels. Dit vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. ‘De verpleegkundige moet kunnen werken vanuit de verpleegkundige richtlijn beroerte. En moet zich steeds kunnen richten naar de individuele mogelijkheden en behoeften van déze cliënt op dít moment, zodat die cliënt kan komen tot het maximale resultaat.’