Revalidatiecentra besteden steeds meer aandacht aan sport en beweging als onderdeel van de behandeling. Met de sportloketten bieden ze ook voor en na ontslag begeleiding om die actieve leefstijl voort te zetten. Zo blijven revalidanten in conditie en is hun kans op terugval kleiner. Een enkeling is zelfs zeer ambitieus en bereikt de topsport.

Dat beweging en sport gezond zijn, daarover bestaan geen twijfels meer. De revalidatiegeneeskunde is daar al jaren van doordrongen. Daarom werd eind vorige eeuw het landelijke programma Revalidatie en Sport opgezet, om tijdens de revalidatie extra aandacht hieraan te besteden. Echter uit onderzoek bleek dat veel revalidanten na ontslag niet in staat waren die actieve leefstijl vol te houden, waardoor hun conditie achteruit holde. Dit lukte wel als ze na het revalidatieproces een periode counseling kregen, een constatering die uiteindelijk leidde tot de komst van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen. Hans Leutscher, adviseur van dit programma bij het Kenniscentrum Sport, vertelt dat wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat veel en langdurige inactiviteit voor ieder mens ongezond is. ‘Dan te bedenken dat mensen met een lichamelijke beperking gemiddeld veel minder bewegen dan valide personen. Daarom is het nog belangrijker dat zij tot een actieve leefstijl komen, ook na het revalidatieproces. Dat stimuleren we met ons programma. Aan het einde van de behandeling krijgen patiënten een doorverwijzing naar een sportloket voor ondersteuning en advies.’

Respact

In 2012 hebben achttien revalidatiecentra en –afdelingen in ziekenhuizen het programma ingevoerd, waarna de afgelopen jaren het Universitair Medisch Centrum Groningen de effecten ervan heeft onderzocht. Van dit onderzoek – ReSpAct, dat staat voor Revalidatie Sport & Actieve leefstijl – zijn onlangs de eerste resultaten gepresenteerd. In totaal worden ruim 1700 mensen in de leeftijd van 18 tot 83 jaar een jaar lang gevolgd. Ongeveer 45 procent van hen heeft twee of meerdere lichamelijke aandoeningen, waaronder die aan de hersenen en het bewegingsapparaat het meest voorkomen, gevolgd door chronische pijn. Iedereen kreeg na afloop van de revalidatie het boekje Mijn beweegredenen mee, vol tips over bewegen en sporten, en tevens gaf het sportloket van de betreffende instelling een persoonlijk advies. Dat advies varieerde van tips voor een actieve leefstijl tot doorverwijzing naar een lokale sportvereniging. Ook hadden de deelnemers na ontslag gedurende enkele maanden nog een aantal counselinggesprekken met de sport- en beweegconsulent van het betreffende sportloket. De eerste resultaten van ReSpAct laten zien dat dankzij het programma de meeste mensen na de revalidatie lichamelijk actief blijven, met fitness, zwemmen en wandelen als meest voorkomende activiteiten. Ook lijkt de medische zorgconsumptie afgenomen. Leutscher hoopt dat de onderzoekers over een jaar meer uitsluitsel kunnen geven over die afname van zorggebruik. ‘Wat wel al duidelijk is, is dat iedereen erg tevreden is over het programma. De revalidanten geven het adviesgesprek bij het sportloket en de counseling respectievelijk een 8,1 en 8,0. Bij de revalidatiemedewerkers scoorde het programma een 8,3. Dat is natuurlijk fantastisch.’

Module actieve leefstijl

Sinds begin dit jaar is de overheidssubsidie van het programma afgelopen, maar de deelnemende instellingen hebben aangegeven dat ze ermee doorgaan. Er zijn volgens Leutscher zelfs vier instellingen bijgekomen. Het gedeelte tijdens de revalidatie, inclusief het sportadvies van het sportloket, wordt inmiddels vergoed door de zorgverzekeraars. De counseling daarna moeten de instellingen voorlopig zelf financieren. Leutscher verwacht dat ReSpAct uiteindelijk de meerwaarde daarvan zal aantonen, waarna ook die nazorg in het zorgpakket wordt opgenomen. ‘We werken nauw samen met Revalidatie Nederland en de werkgroep Bewegen en Sport van de vereniging van revalidatieartsen VRA. Gezamenlijk hebben we vijf prestatie-indicatoren voor de revalidatiegeneeskunde ontwikkeld, waaraan elk behandelprogramma moet voldoen. De revalidatiesector houdt daar nu rekening mee bij de ontwikkeling van de nieuwe behandelmodulen, die op 1 januari 2019 zullen ingaan. Als onderdeel van dat totale pakket is er nu ook een generieke module actieve leefstijl.’

Nieuw lichaam

Mart Wegerif, psychomotorisch therapeut en bewegingsagoog bij Klimmendaal in Apeldoorn, is enthousiast over het programma Revalidatie, Sport en Bewegen. Hij is tevens een van de consulenten van het sportloket op die locatie. ‘Het is belangrijk om tijdens de revalidatie beweging op te pakken en fysiek en mentaal te ervaren hoe het lijf reageert op die beweging. Dat je voelt wat er nog wel en wat er niet meer kan. Je zit toch in een nieuw lichaam. Daarnaast proberen we via beweging het herstelproces te bevorderen met als eindresultaat een betere conditie en een actievere leefstijl die, waar we als sportloket naar streven, ook na de revalidatie blijft voortduren.’ Wegerif vertelt dat het spannend is voor revalidanten om weer te bewegen, omdat ze het zelfvertrouwen doorgaans hebben verloren. Om hen op weg te helpen, volgde hij een cursus motivational interviewing, die vanuit het programma Revalidatie, Sport en Bewegen werd aangeboden. ’Ook is het moeilijk voor hen om te kijken waar de grenzen liggen. Ze moeten bewegen op de grens van hun kunnen maar overbelasting voorkomen, want die staat het herstel weer in de weg. Daarom is een goede begeleiding zowel fysiek als mentaal essentieel. Ook na de revalidatie. Wij hebben nog tot een half jaar na het eindgesprek viermaal contact om te kijken of het lukt die actieve leefstijl aan te houden. De laatste keer is er ook een revalidatiearts bij betrokken. Zo nodig geven we tips en ondersteuning. Zo houden we een vinger aan de pols.’

Sportvariant

De consulenten van de sportloketten hebben een brede kijk op de sportverenigingen in de regio, zodat een individueel advies mogelijk is. Indien nodig kan een aangepaste sportvereniging een beter alternatief zijn. Klimmendaal heeft bijvoorbeeld ook zelf de mogelijkheid om te sporten bij SportVariant aangepast sporten voor mensen met een lichamelijke beperking en/of chronische aandoening, voor wie de drempel naar een reguliere sportschool (nog) te groot is. En hoewel Klimmendaal zich in de revalidatie vooral richt op breedtesport, houdt Wegerif altijd rekening met talentvolle mensen die topsport willen beoefenen. ‘Het zit steeds in ons achterhoofd. Als de aanleg, wil en de motivatie er zijn, dan weten wij wel de weg naar NOC*NSF.’ André Cats, chef de mission van Paralympic Team NL, dat onderdeel is van deze koepelorganisatie, gaat graag op dat soort tips in. ’We worden regelmatig door revalidatieartsen en –medewerkers benaderd over iemand die zoekende is richting de topsport. Daar maken we altijd werk van. We zoeken daarbij vooral sporters van vijftien tot dertig jaar. Revalidatiecentra doen ook steeds meer aan onderzoek en begeleiding van topsporters.’

Fulltime sporten

Het telefonische interview met André Cats vindt plaats op het moment dat hij op Schiphol staat te wachten op zijn vlucht naar Rio de Janeiro. Daar worden dit jaar van 7 tot en met 18 september de Paralympische Spelen gehouden. De chef de mission vliegt in de aanloop enkele keren naar deze Braziliaanse stad om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de wedstrijdaccommodaties, de stad en de organisatie, zodat de Nederlandse ploeg straks optimaal kan presteren. Er zullen ongeveer 110 sporters ons land vertegenwoordigen, wat een recordaantal is. Ook een recordaantal is het aantal sporten waaraan Nederland meedoet: waarschijnlijk 14 van de 22. Nieuw dit jaar zijn voor ons land triatlon, bankdrukken en boccia. Cats weet dat iedereen zich intensief voorbereidt op deze spelen. ‘Vrijwel alle deelnemers zijn fulltime met hun sport bezig en de meerderheid traint op Papendal. Het is op geen enkele manier anders dan wat je van een olympische topsporter zou verwachten. Wil je voor een medaille gaan, dan zul je flink aan de bak moeten.’

Rolmodellen

De paralympische sporters die naar Rio gaan, zijn volgens Cats allemaal geweldige rolmodellen voor al die duizenden mensen die in een gelijksoortige situatie zitten. ’Ze laten zien dat je met een handicap in Nederland kunt sporten voor je lol, voor je gezondheid, maar ook voor het invullen van je ambitie. Ze zijn overigens niet begonnen vanuit een gespreid bedje, waarna alles vanzelf ging. Ook zij moesten de weg zoeken naar club, trainer en goed materiaal.’ Cats benadrukt dat (top)sport veel doorzettingsvermogen vergt, maar ook veel kan opleveren. Hij noemt de toename van fitheid, die extra belangrijk is voor mensen met een handicap. ‘Daar heb je in het dagelijkse leven ontzettend veel profijt van, zoals bij transfers vanuit rolstoel naar auto of bed. Verder doet sport mentaal heel veel. Ik heb gezien dat mensen in één tot twee jaar tijd veel beter in hun vel zijn gaan zitten. Ze zijn heel content met zichzelf. Dat zijn extreme en positieve veranderingen. In dat proces kunnen revalidatie-instellingen een enorme bijdrage leveren.’